De
Grieken
ontwikkelden een aantal verschillende
kapitelen,
waarvan het Ionische er één is.
Dit
kapiteel
is het meest typerende element van de
Ionische bouworde.
In de
Romeinse architectuur
worden de verschillende orden vaak in combinatie toegepast en de
renaissance
neemt dit gebruik over.
Evenals het
Dorische kapiteel
is het Ionische vrij plat. In beide gevallen lijkt het alsof het bovenste deel van het kapiteel een
kussen
is, dat de
schacht
van de
zuil
wil beschermen tegen de zware last die er op rust. Het "kussen" van het Ionische kapiteel
is veel te breed en daarom zijn de uiteinden ervan rechts en links opgerold.
Die rollen hebben aan de voorkant de vorm van een slakkenhuis: die krul heet de
voluut.
Aan de zijkant is de riem te zien waarmee de rol stevig is vastgesnoerd om het
uitrollen te voorkomen, ernaast is
bladwerk
aangebracht.
Onder het kussen, met zijn voluten, heeft de echinus meestal de vorm van een
eierlijst,
soms hangt hieraan nog een
festoen.
De scherpe hoek tussen de voluut en de echinus kan gesierd worden door een
palmet.
Bij een Ionisch kapiteel dat op een hoek geplaatst is, wordt soms
gesmokkeld met de voluten.
Fraaier is de oplossing
met vier overhoekse voluten
Wat niet meteen opvalt: het klassieke Ionische kapiteel is als een hoed op de schacht
geplaatst, de onderkant is dus uitgehold.
Bij latere voorbeelden is het kapiteel samen met het bovenste stuk van de schacht uit één blok steen gehouwen.
Tekst: Jean Penders (08-2006). Bronnen: zie literatuurlijst. Afbeelding: Jean Penders